100 Colstocht epiloog 1e deel

De 100 Colstocht beslaat een tocht van 4.100 km als ronde door Frankrijk van Noord-Oost door het Central Massif naar Zuid-West, vervolgens via de Pyreneeën naar Zuid-Oost en vervolgens weer door de Alpen, Savoie, Jura en Vogezen naar het beginpunt Saverne nabij Straatsburg. Gedurende deze tocht moet je naast de af te leggen kilometers 67.000 hoogtemeters overbruggen volgens het officieel programma, de hoogtemeters worden alleen geregistreerd aan de hand van de te nemen Côtes en Cols, het normale stijgend patroon van Frankrijk van heuveltjes op en af wordt niet als hoogtemeters gezien (maar moet je wel fietsen!)

Ab en ik vatten in 2012 het plan op deze tocht te fietsen in 3 delen, in 2013, 2014 en 2015. Het 1e stuk beslaat 1.401 km (worden er uiteindelijk 1.465) en gaat van Saverne naar St. Jean-le Vieux (voet Pyreneeën). Het traject beslaat officieel 15.501 hoogtemeters. Wij hebben dus al 35% van de afstand afgelegd maar nog maar 23,1% van de hoogtemeters, het zwaarste deel ligt dus nog in het verschiet!

Een paar wetenswaardigheden en tips voor diegenen die overwegen ooit nog eens deze tocht (en dat moet je zeker doen want het is een onvergetelijke ervaring kan ik nu al zeggen!) te ondernemen:

Verzorging en begeleiding.

Wij hebben het geluk gehad dat John Pantekoek, de buurman van Ab en tevens RTC lid, het leuk vond om op deze manier op vakantie te gaan en ons te verzorgen en te begeleiden. Wij zijn hem veel dank daarvoor verschuldigd want het heeft ons een stuk makkelijker gemaakt, wij hoefden alleen te fietsen, John deed de rest! Met zijn Renault en (gehuurde) aanhanger kreeg hij veel positief commentaar in Frankrijk van Fransen die vaak reactie gaven op de professionele aanpak van deze toertocht. Deze wijze van reizen biedt veel voordeel, je hebt de pauzes in eigen hand en kunt precies uitkienen wanneer je de punten van verzorging en begeleiding plant. Deze onafhankelijkheid van externe omstandigheden maakt de voortgang een stuk efficiënter. Wij kunnen ons geen betere en efficiëntere wijze van reizen voorstellen dan de manier waarop wij dit nu gedaan hebben.

Verblijf.

Wij verbleven in Hotels, Chambre ‘Hotes, Bed & Breakfest en wat dies meer zij. Reserveren in juni is niet nodig maar van tevoren oriënteren waar zich verblijfslocaties bevinden is wel noodzakelijk! De verschillen in kwaliteit van verblijf en accommodatie zijn enorm en vrijwel nooit in relatie met prijs, je kunt dus zowel teveel betalen voor te weinig kwaliteit als te weinig betalen voor meer dan voldoende kwaliteit. Ook de uitstraling en gastvrijheid verschilt, daar waar de eigenaar zelf nog meewerkt en aan het stuur staat is de kwaliteit vaak het beste. Ook kun je meestal beter eten in het hotel waar je verblijft. Je moet er rekening mee houden dat de tocht door deels niet toeristische gebieden gaat en juist daar ontbreekt het nog wel eens aan voldoende hoeveelheid of kwaliteit aan voorzieningen. Hotels van de keten “Logis de France” en Chambre ‘d Hotes zijn de beste alternatieven.

De wegen.

De route gaat over plattelandswegen, D-wegen en toeristische weggetjes. Over het algemeen is het wegdek goed maar veel wegen zijn ook voor racefietsers minder goed of meer oncomfortabel vanwege het gebrek aan comfort, inherent aan een racefiets. Waar de departementen rijker zijn blijkt vaak ook het wegennet beter. Een enkele keer moet je even over een N-route en dat is geen pretje vanwege de soms idiote rijstijl van Fransen. Zeker bij slecht weer iets om rekening mee te houden en goed zichtbaar te zijn.

De routeplanning:

Van de organisatie krijg je een uitgebreide beschrijving van de route op papier op A5 formaat. Wanneer je op de racefiets gaat moet je dan feitelijk een tas of iets dergelijks voorop het stuur hebben om vervolgens de route af te kunnen lezen en dan liefst nog in een regenvrije afdichting. De route elke keer uit je achterzak trekken is verre van ideaal.

Ab heeft een GPS aangeschaft, een Brighton. De organisatie heeft de route in zijn geheel op GPS beschikbaar en die kun je dus kopen. Deze route vervolgens  in het navigatieapparaat inlezen heeft Ab (en Johan Hendrikse heb ik begrepen) nogal wat  moeite gekost maar uiteindelijk is het gelukt. Deze wijze van routeplanning via GPS is de meest ideale voor racefietsers, wanneer je met een toerfiets en bepakking gaat voldoet de papieren versie op stuur ook. Het is met name de hogere snelheid van de racefietser en handzaamheid van GPS die het voor ons de meest efficiënte oplossing bood.

Materiaal:

Het behoeft geen betoog dat de fiets technisch perfect was, bovendien hebben we beiden nieuwe banden erom gelegd. Ab heeft een lekke band (afloper) door een snee van een scherp steentje, ik heb helemaal geen lekke band gehad! Verder hebben we geen technische problemen gehad behoudens een enkele keer een aflopende ketting vanwege een te losse afstelling van voorderailleur, kwestie van opnieuw afstellen. Wel ideaal zijn lichtgewicht spatbordjes voor met name de achterzijde, daar hebben we heel veel plezier van gehad, tijdens het rijden in de regen word je toch wel nat maar het gespat van zand, modder en water tegen je achterkant bespaart je veel ellende van schurend zand op je achterwerk wanneer je langdurig in de regen moet rijden.

Compact of Triple:

Over het fenomeen Triple of Compact is al veel geschreven en gezegd. Ik ben niet technisch onderlegd en ook niet wetenschappelijk geschoold waardoor ik dit punt puur persoonlijk benader. Ik fiets sinds 2007 op een liefhebbersniveau waarbij ik kan spreken over een voldoende aantal kilometers per jaar namelijk tussen de 4.000 en 10.000 km. Hoewel ik me niet wil vergelijken met de echte “bergfietsers” meen ik wel te kunnen stellen dat ik de nodige Cols en Côtes gezien heb de afgelopen 6 jaar. 2 x Alpenweek, Zierikzee-Menton en nu het 1e deel van de 100 Colstocht plus de nodige Ardennen, Sauerland, Eifel en Vogezen weekenden met mijn zoon. Daarnaast boeit snelheid mij minder dan wel hoogste gemiddeldes maar spreekt mij het bergfietsen en andere omgevingen met dit soort uitdagingen meer aan.

Vanaf 2007 rijd ik met een Compact met 50/34 voor en maximaal 29 achter maar besef pas nu dat dit een foute keuze is geweest sinds ik in maart de nieuwe Athena Triple 11 speed heb aangeschaft. Ik heb nog nooit zo plezierig geklommen en zo makkelijk (nou ja, je moet toch je gewicht naar boven brengen maar goed) als tijdens deze tocht. Omdat ik geen krachtmens ben en ook niet atletisch als klimfietser gebouwd is de Triple verre te verkiezen boven een Compact vanwege de veel soepeler manier van klimmen,  de steilste hellingen zijn met veel meer rust en ritme te nemen en je voorkomt het “hakken” op basis van kracht. De Compact is hier in Nederland op het vlakke misschien te verkiezen maar ik durf te stellen dat zelfs de betere klimfietser nog makkelijker klimt met een Triple als die overweegt de heuvels en bergen in te trekken. Voor mij is het inmiddels duidelijk: nooit meer een Compact en alleen nog maar een Triple. Voor diegenen die willen blijven genieten van het fietsen in dit soort omgevingen en aan een nieuwe fiets en groep toe zijn: laat je goed voorlichten en eis goede uitleg van de verschillen en vraag je af wat je met je fiets wil! Wat mij betreft: fietsen in berg- en heuvelland, altijd een Triple!

Route-indeling training vooraf:

Je kunt over de route zo lang doen als je wilt wanneer je alles maar goed registreert in je fietspaspoort, wij willen de route het liefst in 3 delen doen maar je kunt het zelf bepalen. Het deel dat wij nu gereden hebben is relatief het makkelijkst maar onderschat het niet! Trajecten die niet als heuvelachtig bekend staan kunnen in de praktijk vermoeiender zijn dan een dag van 2 grote Cols, dat heeft alles te maken met het verkrijgen van een ritme. Voorbereiding is ook hier van belang, minstens 2.500 tot 3.000 km van te voren trainen lijkt een goede basis, naast een goede basisconditie. Met name van tevoren “zadelzitten” ervaring opbouwen is heel belangrijk. Vanwege het slechte voorjaar met veel kou en regen zag ik er wel wat tegenop. Ik heb veel baat gehad de laatste paar weken voor de rit met 2 x 3 daagse trainingen met veel wind in een rustig duurvermogen tempo op 70% van vermogen in een soepel verzet, ook daar bleek de Triple zijn waarde al te bewijzen.

Bij terugkomst vond mijn echtgenote dat ik er goed uitzag, die had mogelijk een sterk vermagerde man verwacht, welnu ik woog nog exact hetzelfde als voor de tocht en voel me kiplekker, genoeg bewijs dat de tocht goed gevallen is. Hetzelfde geldt volgens mij voor Ab die als voormalig atleet reed als een jonge man en de tocht eveneens meer dan uitstekend verteerd heeft.

Natuurschoon:

De 100 Colstocht geldt als een van de mooiste tochten van Europa en dat klopt wel, de natuur is overweldigend in al haar verscheidenheid, juni is ook een heel goede maand ervoor omdat alles in bloei staat. De combinatie van de routes door dalen, bergflanken, hoogvlaktes en berggebieden maakt het een groot scenario en aaneenschakeling van panorama’s van ongekende schoonheid.

Gegevens:

Aantal hele fietsdagen 11, aantal halve fietsdagen 3

Aantal kilometers 1.465, officieel 1.401

Aantal hoogtemeters officieel 15.501, vermoedelijk totaal rond 17.000

Gemiddelde snelheid variërend van 18,8 tot 25,2 afhankelijk soort dag

Calorieverbruik per dag tussen 1.407 en 2.680 per dag

 

Conclusie:

Cees Lodewijk en Piet Schneiders gingen ons al voor en hebben de hele tocht al afgelegd, wij nog maar een deel en het moeilijkste moet nog komen, maar na het 1e deel is de motivatie om de rest op te pakken alleen maar toegenomen! In 2014 zal ik dus wederom een deel inplannen om samen met Ab de route weer op te pakken.

 

Voor iedereen die deze tocht overweegt, vraag gerust naar onze ervaringen!

 

3 gedachten over “100 Colstocht epiloog 1e deel”

  1. Kan me helemaal vinden in de woorden van Wilbert mbt Compact of Triple.Heb zelf met mijn vorige fiets (Santos SSR02 met Veloce triple) enige alpen- en vogezenweken gereden. Op mijn huidige ros heb ik een Ultegra compact 10 speed. Ook ik vindt een triple soepeler rijden ,zeker in heuvelachtig terrein, met kleinere overgangen. Ik heb met Wilbert samen tot nu toe menige bergkilometer bedwongen, en ik ken beamen dat hij nu met zijn triple soepeler (sneller weet ik niet) boven komt. Mocht ik in de toekomst toe zijn aan een nieuwe groep of fiets dan zal ik denk ik ook zeker kiezen voor een triple.

  2. Deze samenvatting heb ik met veel genoegen gelezen. Het doet me ook met weemoed terugdenken aan de jaren waarin ik (begeleid door Tiny) zelf de schitterende tocht reed.

    Jullie moeten inderdaad nog het zwaarste deel van het traject, maar bedenk wel dat de kop er af is. Bij het begin van het volgende deel zullen jullie met minder onzekerheden en met meer ervaring deze tocht kunnen gaan voortzetten.

    Gefeliciteerd met de goede afloop van deel 1.

  3. Proficiat Ab en Wilbert met het volbrengen van het eerste deel van deze monstertocht. Mooi verslag en goede tips. Bij het lezen krijg ik er ook zin in om deze tocht te gaan doe. Wie weet.

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.