Alpenweek voor het eerst Italie in.
Ondanks het feit dat op maandag al de fietsen waren ingeladen en ook de indeling voor het vervoer per auto al was geregeld moesten we toch vroeg uit de veren om rond 8 uur te kunnen vertrekken. De eerste klim van de dag ging dus snel. Per auto de Col de Vars op. Het was prima weertje, maar om 9 uur ‘s morgens is het nog behoorlijk koud( 9gr) op ruim 2100 meter hoogte. Jacks en mouwstukken kwamen dus goed van pas bij de afdaling van de zuidzijde van de Col de Vars. Toon vd Wekken en Peter Kloet hadden ook de afdaling per auto gemaakt zodat zij bij terugkeer niet meer de slotklim van de Col de Vars hoefden te doen. Na 10 frisse kilometers stonden een klein kwartiertje bij Toon en Peter en konden we gezamenlijk verder. Het parcours bleef ook de volgende 6km nog licht dalend. Na het plaatsje Gleizolles bereikten we al snel de voet van de Col de Larche, richting Italie. En dan schrikken we…. Aan de voet van de Col de Larche staat een verbodsbord… en nog wel eentje met een fiets erin. We stappen af en overleggen… een alternatieve rit…. het is wikken en wegen. Dan zien we in een van de haarspeldbochten, al ver boven ons, op de Col de Larche een groepje fietsers. Dan neem ik het besluit om ook aan de klim te beginnen, even verderop zien we de paaltjes langs de weg met een fietsertje erop en de gegevens van het stijgingspercentage en hoeveel km het nog is naar de top. Ondanks het feit dat in onze groep nog wat verdeeldheid heerst over de beslissing om door te gaan verloopt de klim prima. In een tempo dat voor iedereen te volgen is rijden we naar de top. De Col is niet lastig en we kunnen allemaal genieten van een schitterende omgeving met veel marmotten. Dan volgt een lange afdaling, vanaf 1991meter naar 1624 meter over ruim 10 km. Na de marmotten zien we nu sneeuw, watervalletjes, schaapskuddes. Wat zijn we toch een bofkonten. We naderen het dorpje Bersezio en dan is het uit met de pret. Het dorpje Ferrere kunnen we alleen bereiken via een onooglijk weggetje dat over een 5- tal kilometers ook nog eens 360m klimt. Ik klim in de buurt van Ab Heijboer en Huib Smits die gedurende de klim enkele malen “haasje over” spelen , maar het zijn allebei taaie rakkers en ze houden wel van een beetje strijd. Bovenop het Colletje wachten we weer op elkaar. In de stilte om ons heen en de met sneeuw bedekte bergen om ons heen is dat wachten zeker geen straf. Nu moeten we nog ce 1 km. dalen en dan staan we in het dorpje Ferrere. Daar zou de Refugio Becchi Rossi moeten zijn, een restaurantje met een mooi klinkende naam. Maar zou het er nog zijn in dat plekje met slechts een stuk of drie inwoners? Na een bocht in de afdaling zien we het dorpje liggen. Piepklein aan het einde van de wereld zou je denken. We rijden het dorpje in en zien geen beweging, niemand heeft er nog enig vertrouwen in dat hier wat te halen valt. Ik fiets het enige straatje in wat dan nog overblijft en…… jawel hoor……daar is de Refugio Becchi Rossi. Het ziet er verlaten uit, maar dan komt de eigenaar naar buiten. Hij spreekt een petit peu français zegt hij. En op mijn vraag of we kunnen “mangiare” antwoordt hij tweetalig “oui en si. We zakken neer op de houten banken en de tafels worden gedekt met papier van de rol. Vervolgens begrijpen we niets van de kaart, maar Frank die ooit Latijn in zijn lespakket heeft gehad weet toch nog het een en ander te ontwarren. Het leidt tot een menu dat tot onbegrip van de restaurateur zonder wijn wordt genuttigd. 4 gangen (gangetjes) en koffie naar voor het luttele bedrag van 144 euros voor 11 personen. We hebben daar heerlijk ontspannen gezeten, maar we moesten uiteraard ook nog terug. Ook van de Italiaanse kant is de Col de Larche een makkelijk te nemen hindernis. Na de afdaling aan Franse kant volgt dan echter nog het lastigste karwei van deze dag. In acht een halve kilometer zullen we nog een hoogte verschil van 640 meter moeten overwinnen met het zwaartepunt op het eind als het stijgingspercentage kilometerslang rond de 10% ligt. Bovendien hadden we ook nog de wind tegen. Maar wij Zeeuwen worstelen en komen boven. Adri Gerards toonde hier dat hij zijn triatlon vorm van Lanzarote nog niet kwijt was. Hoe de rest het er van af bracht weet ik niet, want ik reed een groot deel van de klim samen met Ab Heijboer en Wim Evertse. Na het autoritje terug kwamen de meesten toch nog even bij elkaar om wat te drinken en om te genieten van de hapjes die ons werden voorgeschoteld. Gelukkig is er op woensdag slechts het tijdritje naar Les Orres, want iedereen is nu wel toe aan wat extra rust na de 94km van vadaag met daarin 2235 hoogtemeters.