Schitterende tocht door het Nationale Park des Ecrins.
-
De start van de maandagrit is gepland om 9 uur. Met 125km voor de boeg en daarin bijna 2000 hoogtemeters te overwinnen is dat een vereiste om rond de klok van 5 weer terug te zijn op de camping. Niet dat je al die uren fietst, maar de niet uit het pakket weg te denken lunch onderweg kost ook de nodige tijd. Even over 6 sta ik op om me voor te bereiden op de start en om half zeven sta ik al bij de dorpsbakker (vanaf 6.15 uur open) om brood en “pain au raisins” (soort rozijnenbroodje met pudding) te kopen. Het is dan nog maar 7 graden, maar als we om negen uur vertrekken is het al aardig opgewarmd. Omdat we bovendien aan de “zonnige” kant van de Durance naar het noorden rijden voelt het al lekker aan. Het is een mooi gezicht zo gegroepeerd in clubtenue en met de sneeuw rond de Col de Vars op de achtergrond. Het klimmetje naar Chateauroux de Alpes wordt ook gezamenlijk bedwongen en ook op de daarop volgende Cote de Reotier blijft de groep aardig bijeen. Het volgende obstakel, de Cote de Champcella, is echter van een ander niveau. Een echte kuitenbijter ca 4km lang en van 900 meter hoogte naar 1177 meter hoogte levert dan toch een gemiddeld stijgingspercentage van 7% op. Iedereen klimt nu op eigen tempo omhoog en boven wordt er gewacht. Als ik zo om me heen kijk, dan zie ik dat de gezichten er fris bij staan. Dat is een goed teken voor de rest van de dag. Een tiental kms. verder draaien we het Vallouisedal in, we zullen nu geleidelijk aan gaan klimmen van 975m naar het gehuchtje Les Claux, 13km verder, op 1260m. hoogte. Op dit stuk veredeld vals plat wordt een tempo gereden dat voor een ieder te volgen is. In één van de auto’s met Nederland kenteken die ons passeert zitten trouwens 5 supporterende vrouwen. Luid claxonnerend geven ze uiting van hun steun. De omgeving werkt trouwens ook stimulerend; het snel stromende riviertje links van ons, de bergen links en rechts, maar vooral ook de eeuwige sneeuw van het Massif de la Meije recht voor ons. Vanaf Les Claux is het echter menens en vooral de laatste 6 km naar 1874m hoogte waarop de Pré de Madame Carlé ligt valt iedereen zwaar. Stukken van 9, 10, ja zelfs 11% maken het op deze hoogte behoorlijk pittig. Eén voor één haken de zwoegers af. Tiny van Terheijden neemt het voortouw en zorgt ervoor dat alleen de “lichter gebouwden” voorop blijven. Om in mijn eigen ritme te blijven schakel ik een tandje bij en dat zorgt ervoor dat ik niemand meer in het wiel heb. De omgeving wordt mooier en mooier, op deze hoogte rijden we al hoger dan de sneeuwwallen die we in de schaduw van de bergwand zien liggen. Het zijn in feite kleine gletsertjes, want aan de onderzijde vormen ze stroompjes die uiteindelijk weer in het riviertje uitkomen. Als ik bijna boven ben zie ik een bochtje lager Hans van Elzelingen aankomen. Samen rijden we vervolgens de laatste km., bijna in rechte lijn, het lijkt niet te klimmen maar pas op, naar het eindpunt. Daar druppelt de RTC- groep man na man binnen en iedereen kan nog genieten van de omgeving. Vermoeid ja, maar niemand valt neer op de terrasstoelen, nee iedereen loopt en fietst wat rond in de sneeuw en kijkt om zich heen diep onder de indruk van de natuurpracht. Dan komen de dames aangewandeld, zij waren nog een stukje verder het natuurpark ingeweest. Ook zij genieten en zorgen ervoor dat dat op de gevoelige plaat wordt vastgelegd. Dan is het tijd voor de lunch heerlijk in de zon op het terras van de berghut wordt unaniem gekozen voor “Le Plat du Jour”. Na deze heerlijke onderbreking wordt het toch weer tijd
-
voor de fiets natuurlijk. Als we aan de afdaling bezig zijn merken we pas wat voor prestatie we hebben geleverd op de weg omhoog. Zelfs het zogenaamde “vals plat” bleek in werkelijkheid nog steil. Na een km of 8 dalen verzamelen we weer en gaat het “en groupe” verder. In de resterende 50 km terug naar Baratier komen we al met al nog een drietal klimmetjes tegen, maar bij elkaar zijn dat niet meer dan 5 klimkilometers. Nog vóór 5 uur rijden we camping op. We spreken af om na de welverdiende douche de dagelijkse briefing te houden. We nemen nog even de belevenissen van de dag door en bespreken dan in het bijzijn van alle dames het programma van de volgende dag. We doen dat trouwens dagelijks onder het genot van een drankje en altijd wel met de snacks die door de dames met zorg zijn toebereid. Fantastisch meiden!! De 3e Alpenrit zal ons naar Ferrere, een dorpje in Italie, brengen. Per auto zullen we naar de top van de Col de Vars rijden en van daaruit over de Col de Larche Italie binnen. Nieuw……. dus spannend.
(wordt vervolgd)