Als de wekker gaat en het is buiten nog donker dan denk je niet gelijk aan een stukje fietsen op zondagmorgen met de club. Rond half 6 in de ochtend ergens half september! Zo vroeg ben ik de hele week nog niet opgestaan, laat staan ruw gewekt door het gejengel van een wekker die ik waarschijnlijk zelf de avond ervoor heb gezet. Na eerst een bak koffie de fiets en spullen in de auto gezet en op naar het gezamenlijk vertrek vanuit Zierikzee. De fietsen worden geteld en zonder problemen rijden we binnen mum van tijd rijden we het ‘schone’ Limburgse land binnen. De schoonheid behoeft verder weinig uitleg gezien de 17 man sterke afvaardiging en zo mag deze ‘officieuze’ clubrit dan ook op veel aantrekkingskracht rekenen. De complete kop van het clubklassement is aanwezig zowel bij de dames als bij de mannen. Niet dat de ranglijst nog eens flink door elkaar geschud had kunnen worden maar het toont het karakter van de aanwezige toppers.
Aanwezige toppers: Linda Jumelet, Reza v.d. Wouw, Frank v.d Vliet, Hans v. Elzelingen, Peter Kloet, Fred Theunisse, Jan Hillebrand, Aren van Wezel, Marco v. d. Velde, Alex Wals, Tonny Vaes, Cok Deering, Huib Smits, Ab Heijboer, Harro Heijboer, Leo Jumelet, Leo Noordijk, Marcel Schouls
Tijdens de (om)kleedpartij wordt er druk gediscussieerd over wat nu juist wel of toch maar niet aan te trekken voor de tocht, het is immers best fris. Beenstukken komen uit de tas, armstukken, shirts met lange mouwen en zelfs de lange koersbroeken worden door een enkeling aangetrokken. “Daar gaat ie spijt van krijgen” wordt er rond gefluisterd terwijl de smeersels rond gaan. Heel stoer besluit ik met korte broek, armstukken en windjack voor de eerste koude uurtjes op pad te gaan. Het routeboek lezend zijn de eerste kilometers niet al te zwaar en begint het echte werk waar je het sowieso warm van gaat krijgen rond de 35 km als de Keutenberg beklommen dient te worden met kort erop de Vrakelberg en de Eyserbosweg.
We leggen de afstand tot de ‘steilste’ van Nederland dan ook best snel af en hier en daar klinkt er wel eens een ‘hoo’ of een ‘hee’ vanwege de snelheid. Dat verstomde al snel zodra er beklommen diende te worden. De beklimmingen, zo pittig dat je het er warm van kreeg en daar hoor je dan eigenlijk weer weinig over, waarschijnlijk een kwestie van gebrek aan adem om het uit te kunnen spreken.
De splitsing van de 2 keuzeafstanden is aanstaande en de ploeg halveert zich bovenop de Eyserbosweg. Waar ik vorig jaar nog de 70km route nam sluit ik nu aan bij de 120km-rijders op weg naar ‘mijn’ Kruisberg, ‘mijn’ Vijlenerbos en ‘mijn’ Gulpenerberg. Onze caravan heeft immers drieëneenhalve maand onder aan de Keutenberg gestaan en sindsdien bestempel ik iedere klim in deze omgeving als de ‘mijne’. Dat ze echter na een zomer Zeeuwse polderwind zo zwaar konden zijn was ik alweer even vergeten. Volgens de kenners zijn ze allemaal lang niet zo erg als elders en hier en daar is zelfs hoorbaar dat ze het geeneens bergen mogen noemen in limburg. Het respect voor deze Limburgse dijkjes groeide echter per klim en alhoewel ook ik best zware benen had gekregen ging ik me toch beter voelen naarmate het toetje van de Gulpenerberg dichterbij kwam. De klim deed de benen dan nog wel pijn maar de foerage bovenop gaf genoeg energie om de laatste kilometers ook nog even wat kopwerk te doen en zo mijn bijdrage te leveren.
Ook al staat deze tocht niet eens op het jaarprogramma, het is een mooie tocht geweest om fietsend het seizoen mee af te sluiten. De laatste punten voor het klassement zijn binnen en komende zondag gaan we proosten op de winnaars en likken de verliezers hun wonden( zolang het maar niet door een valpartij komt).