Toen zondagmorgen 7 uur de wekker ging flitste de gedachte door mijn hoofd dat ik misschien een klein beetje gestoord moest zijn om zo vroeg in dit weer in actie te komen om een paar uur te gaan buffelen in de natuur. Later die dag zou die gedachte nog eens door mijn hoofd spelen. Echter eenmaal op en bezig met de voorbereiding had ik er toch wel zin in en Leo Noordijk wachtte mij op om 8.15 uur om samen op te rijden. Aangekomen in Wissekerke en na een lekker bakkie stonden we met 14 man aan het vertrek w.o. de jonge Erza Tolhoek die zijn vader Raymond had meegenomen. Vanaf vertrek bij Cafe “De Kroon” ging het over grintpaden en grasranden van dijktaluds voortvarend richting Roompot Marina en het begin van de OSK. Boven over de Veerse Dam waar we halverwege het bos langs het Veerse Meer indraaiden. Hier begon het echte werk. Gaandeweg kreeg ik de indruk dat de organisatie er alles aan gedaan had om elk boompje op N-Beveland op te sporen om langs of omheen te rijden. Via het havenplateau van Kamperland waar de door de catering goed verzorgd werden ging het door een nieuwe woonwijk en doken we vanaf Stekeldijk weer een bosje in waar we denk drie achtjes hebben gedraaid om uiteindelijk weer bij het beginpunt uit te komen. Hier begon ik enigzins de indruk te krijgen van een afloper achter, wat later een probleem zou worden. Via landweggetjes en dijktaluds kwamen we bij de inlagen van de Geerdijksekaai waar we beneden aan de dijk letterlijk het bos in werden gestuurd. Ik denk dat velen onder ons indien ze geweten hadden hoe het daar tussen de bomen zou zijn ze er niet in waren gegaan, omdat later bleek dat we weer op dezelfde plek uit kwamen alleen kilo’s zwaarder van de modder. Het was letterlijk overleven en modderworstelen waarbij de gedachte van die ochtend weer in mijn hoofd opkwam. Ik denk dat iedereen wel meerdere malen tot zijn enkels in de smurry van de fiets moest en Leo had de pech om onderuit te gaan en bijna languit in de modder te liggen. Een en ander resulteerde erin dat iedereen bij het terugkeren op verhard terrein aan de slag ging met stokjes en takken om zijn ros weer enigzins berijdbaar te krijgen. Bij het weer op pad gaan mijn afloper opgepomt in de hoop dat hij het zou uithouden. dit bleek echter een utopie te zijn en bij het binnenrijden van Geersdijk was hij alweer half leeggelopen. Geen zin om met die kluiten modder nog een band te wisselen ben ik samen met Piet Schnreiders de kortste weg naar Wissekerke gegaan waar we opgewacht werden met erwtensoep en oliebollen. Al met al ondanks dat het weer de benodigde uren poetswerk vergt toch een leuke ervaring. Even een pluim voor de jong Tolhoek die in mijn ogen een puike prestatie leverde om zich tussen die oude knakkers staanden te houden. En zo ziet dan je fiets eruit na een paar uurtjes in de natuur.